Burgemeester Aboutaleb is door de fracties van (zijn eigen) PvdA en die van de Partij voor de Dieren in Rotterdam onder druk gezet om geheel los van Den Haag (Rutte) de haven van Rotterdam dicht te gooien voor Russische schepen en daarmee de lef te volgen van de Provinciale Staten van Noord-Brabant inzake de haven van Moerdijk.
‘’Zij hebben de provincie afgelopen vrijdag per motie opdracht gegeven te onderzoeken hoe een dergelijke sanctie voor de haven van Moerdijk gestand kan worden gedaan’’, schrijven de Rotterdamse raadsleden Van der Velden (PvdD) en Tak (PvdA) aan Aboutaleb. Dus toewerken naar een boycot.
‘’Statenfracties wijzen erop dat de provincie Noord-Brabant voor de helft eigenaar is van het havenbedrijf in Moerdijk en verzoeken Gedeputeerden van hun provincie om die reden een voorbeeld te stellen door het staken, voorkomen en onmiddellijk beëindigen van het leveren van diensten, services en goederen die via het havenbedrijf aan Rusland worden geleverd en met onmiddellijke ingang Russische schepen en schepen van landen die Rusland ondersteunen in de oorlog, de toegang tot het Moerdijk havengebied te verbieden als sanctie voor de invasie in Oekraïne”, alus het Rotterdamse tweetal.
Rotterdam moet dit voorbeeld volgen, is de insteek van beide raadsleden als reactie op de brief van de Honorair Consul van Oekraïne in Nederland om Russische schepen te verbieden de Nieuwe Waterweg op te varen. ‘’Wij vinden dat de gemeente Rotterdam niet kan achterblijven het voorbeeld van Moerdijk te volgen. Rotterdam is voor ongeveer zeventig procent aandeelhouder van het Havenbedrijf Rotterdam, die het handelsverkeer in de Rotterdamse haven faciliteert. Nú is het moment gekomen om te kiezen waar we staan in het opkomen voor mensenrechten en om vrede boven de handelsbelangen te plaatsen.’’
De raadsleden Van der Velden en Tak zeggen daarin niet alleen te staan. ‘’Wereldwijd geven havenwerkers aan niet mee te willen werken aan de oorlogsmachine van Poetin door handel met Rusland mogelijk te maken. Dat gebeurt bijvoorbeeld in landen als de Verenigde Staten, Canada en het Verenigd Koninkrijk, waar zij opkomen voor mensenrechten en daarin worden gesteund door de plaatselijke vakbonden.’’